DescripcióFuneral procession of Frederik Hendrik prince of Orange.jpg |
Nederlands: Begrafenisstoet van prins Frederik Hendrik van Oranje
Begraeffenisse van syne hoogheyt Frederick Hendrick
Betreffende nu de plechtige Lykstaatsie zelve, zy geschiedde door de Stad Delft op deeze wyze:
- De Gardes du Corps van wylen zyne Hoogheid, hebbende aan het hoofd den Heer Adriaan van Cuyk van Meteren , Lt. Kolonel.
- Een groot getal aanweezende Generaalsperfoonen en Opper Officieren, twee aan twee.
- De Heeren Pierre de Bonjour en Adolp van Paddenburg, Controlleurs, geleidende den rouw in slepende Rouwmantels.
- Een groot getal Domestieken van wylen zyne Hoogheid, als Keukenjongens, Yzerbewaarders, Tinbewaarders, Brandmeesters, Muletiers, Gondeliers, Palfreniers, Koetsiers, Litierdraagers, Hoefsmeeden, Portiers, Zadelknechts , Onderkoks, Meesterkoks , Spysbewaarders, Bakkers, Botteliers, Confituriers, Keldermeesters, Dispensiers, Zilverbewaarders, Zadelmaakers, Spoormaakers, Kleermaakers, Precepteur van de Pages, Paardberyders, Wagenmeesters, Geschutbewaarders, Wapenbewaarders en Barbiers, allen in korte Rouwmantels
- Nog een groot getal andere Domestieken in lange Rouwmantels, als, Meester-Piqueurs, Jagermeesters, Valkeniers, Fouriers, Schermmeesters, Dansmeesters, Konstbewaarders, Conciergies , Grottiers, Onder-Kamerlingen, Kamerlingen, Chirurgyns, Apothekers, Wiskonstenaars, Klerken ter Secretarye en Griffie, Procureurs, Kaart- en Instrumentbewaarders, Architecten en Schilders, Controlleurs van de Stal en Keuken, Penningmeesters, Controlleurs van de Kamer en Requestmeesters
- Een trop Pages en Edellieden
- De Lyfartsen, Hofpredikers en Advocaaten
- De Deurwaarder van den Raad met een Staf in de hand
- De Auditeurs, Thesauriers, Secretarissen, Rekenmeesters en Raad van zyne Hoogheid
- Twee persoonen, draagende ieder twee Keteltrommen op den rug
- Paukers in zwart Fluweelen Rokken, slaande by beurten op de Keteltrommels
- Twaalf Trompetters, vier aan vier, mede in zwart Fluweelen Rokken, blaazende by beurten op Sourdinen, waar van de Banderollen versierd waren met de Wapens van zyn Hoogheid
- De Controlleur Henrik Maas de Lokeren te paard, om als Adjudant den trein in orde te houden, waarom hy, volgens zyne Instructie, zelf geen bepaalden rang hielt, maar telkens ginds en weder reedt
- De Heer Arend van der Graaf, Commissaris van de Monstering, als Wapenkoning, met de Wapens van zyn Hoogheid en een Staf in de hand
- De Kapitein Maurice de Grenu, draagende de Cornette van de Koleuren van Orange, Wit en Blaauw Damast, rondsom met Franjes van dezelve koleuren, met het Devies (Je maintiendrai) ik zal handhaaven, verbeeld door twee kruislings leggende Ankers, boven een Water en onder een Hand uit de Wolken, terwyl aan de vier zyden eene Vlam gezien werdt, staande het voorsz. Devies met zwarte Letters op een vergulden Wimpel: de Lancie was Orange, verfierd met den vergulden Cyfernaam van zyne Hoogheid
- De Heer Gysbert van Heert, Kapitein van het Schip en de Jachten van zyn Hoogheid, draagende de Guidon van de Koleuren, even eens, zoo als ook de Lancie, gekoleurd als Cornette, met het Devies: Te Vendice, Tuta Libertas, onder Uwe bescherming is de Vryheid veilig, boven een geopend Boek met zeven gouden Zegelen, terwyl boven in de Wolken gezien werdt de Hebreeuwfche Naam JEHOVAH
- De Heer Henrich van Marios, draagende l'Heaulme de Jonste, of den Tournooi- Helm op een Orangen Stok; de Helm was verguld en gesiceleerd, en de Pluimen Orange, Wit en Blaauw
- De Heer Bernhard Turk, Heere van Aalst, draagende la Targette, of het Tournooi-Schild op een Orangen Stok ; op het Schild was gesneeden en geschilderd het zelve Devies, als op de Cornette van de Koleuren op blaauw, wit en orange, en van achteren was het geheel orange geverwt
- De Heeren Dirk de Vlamigh van Oudshoorn en Paulus van Wevort, Kapiteins, geleidende het Tournooi-Paard, zynde tot op de aarde toe bekleed met een orange, wit en blaauw Damast Kleed, met Franjes van dezelve koleuren, en aan de eene zyde met de Figuuren en het Devies van de Cornette, en aan de andere zyde met die van de Guidon, en van den grooten Standaard der Koleuren; de Zadel was Orange, de Chabrak met goud en zilver geborduurd, en de Pluimen orange, wit en blaauw
- De Heer Willem van Broekhuizen, Heere tot den Doorn en Lathmer, draagende den Grooten Standaard van de Koleuren, van orange, wit en blaauw Damast, met Franjes van dezelve koleuren, en de Lancie, even als die van de Cornette en Guidon. Aan de eene zyde zag men een Rots in Zee, door de Winden bestormd, en den Halcyon, of Rustvoogel op zyn Nest in Zee dryvende; eene opkomende Zonne, een Hand met een Scepter uit de Wolken steekende en daar boven CHRS, zynde den verkorten naam van Christus: voorts stondt rondsom in een blaauwen Cirkel , met gouden Letters,SAEVIS TRANQUILLUS IN UNDIS, gerust op de woedende Baaren. Aan de andere zyde was verbeeld een brandend Altaar; terwyl uit de Wolken kwam een Hand met een Weegschaal, en in den blaauwen Cirkel stondt, met gouden Letters, JE MAINTIENDRAI PIETE & JUSTICE, ik zal de Godsvrucht en de Gerechtigbeid handhaaven
- De Heer Jacob Soetens, Commissaris van de Monstering, als Wapenkoning, met de Wapenen van zyne Hoogheid
- De Heeren Jacob de Bye,Heer vanStoutenburg,en David Godyn, Drost van St. Martensdyk, geleidende een Paard, bekleed gelyk de overige negentien Paarden, met zwart Laken over 't gantsche Lyf tot aan de voeten toe, zoo als ook het hoofd, uitgezonderd alleenlyk de oogen en den mond, en voerende dit Paard op ieder Dye 't Wapen van Warneton
- De Heer Pieter de Perceval, Quartiermeester Generaal draagende de Banderolle van Warneton, zynde de Lancie, gelyk ook de overige negentien , zwart en versierd, met Gouden Cyfers
- De Heeren Louis de ram, Drost van Steenbergen, en Willem Ruisch, Kapitein, geleidende het Paard en 't Wapen van Herstal op ieder Dye
- De Heer Carel van Mamnaker, Heere van Hofweegen, Kapitein, draagende de Banderolle van Herstal. Hierop kwamen
- de H«eren Daniel van Wyngaarden en Philips de Levin de Famars, geleidende het Paard met de Wapenen van Grimbergen
- De Heer Joban Mulert, draagende de Banderolle van Grimbergen
- De Heeren Henrich van n Schimmelpenninck en Joachim van Welderen , Kapiteins, geleidende het Paard met de Wapenen van Cranendonk
- De Heer Willem de Zoete van Houtham, draagende de Banderolle van Cranendonk.
- De Heeren Louis d'Aquila, Sergeant - Major, en Johan van Abroude van Merthen, Kapitein, Drost van Vyanen, geleidende het Paard met de Wapenen van Geertruidenberg
- De Heer Everwyn van Nevort, draagende de Banderolle van Geertruidenberg
- De Heeren Cbristoffel van Voorst, Heere tot Overberg en de Pel, Kapitein, en Frangois de la Torre, Heer yan Valckenisse, geleidende het Paard met de Wapenen van Diest
- De Heer Johan van Ingenieuwland, Sergeant-Major, draagende de Banderolle van Diest
- De Heeren Adriaan Duyck, Sergeant - Major, en Gerard Ploos van Amstel, Heere van Thienhoven, Kapitein Lt., Houtvester in het Sticht van Utrecht, geleidende het Paard met de Wapenen van Grave en den Lande van Cuyck
- De Ridder Cornelis de Vlaming van Oudsboorn, Heere van Oudshoorn enz., draagende de Banderolle van Grave en den Lande van Cuyck
- De Heeren Otto Pinsen, Kapitein, en Willem van Steeland, geleidende het Paard met de Wapenen van Ysselstein
- De Heer Louis Wolphert van Dorp, draagende de Banderolle van Ysselstein
- De Heeren Gysbert Piek van Thienboven, en Hans Willem van Till, geleidende het Paard met de Wapenen van Breda en Polanen
- De Heer Cornelis van Aerssen, Heer van Wernhout, Drost van Breda, draagende de Banderolle van Breda en Polanen
- De Heeren Wilheim van de Ryt, Heere van Broechem, Drost vaa Bergen-op Zoom, en Pieter van Thuyl van Serooskerken, Heer van Maalsteede, Bailluw van Thertolen, geleidende het Paard met de Wapenen van Veere en Vlissingen
- De „ Heer Nicolaas Jurriaan van Lauiwick, Heer van Geldermalsen, Kapitein, Drost en Comandant te Bredevoort, draagende de de Banderolle van Veere en Vlissingen
- De Heeren Hans Henrik Ehrenreiter, Sergeant-Major en Commandant te Zutphen, en Nicolaas van der Duin van Ryswyck, geleidende het Paard met de Wapenen van Leerdam
- Heer Adriaan van Naaldwyck, Heere van den Tempel enz., Drost van Leerdam, draagende de Banderolle van Leerdam
- De Heeren Bernhard Mum van Swarsteyn, Luitenant van 's Prinsen Compagnie te paard, en Henrik van Eede, Heer van Woudenberg, geleidende het Paard met de Wapenen van Buren
- De Heer Philip van Steeland, Lt. Kolonel en Drost van Buren, draagende de Banderolle van Buren
- De Heeren Wilhem Cabeljauw, Kapitein, en Johan van Wevort, Heer van Ossenbergh, geleidende het Paard met de Wapenen van Meurs
- De Heer Wilhem Reynier Cloet, Gouverneur van Meurs, draagende de Banderolle van Meurs
- De Heeren Frederik Henrik van Randwyk, Heer van Rossum, en Arend Juriaan van Harsolte, Sergeant-Major, geleidende het Paard met de Wapenen van Lingen
- De Heer Rutger van Harsolte, Drost van Lingen, draagende de Banderolle van Lingen
- De Heeren Frederik van Lyere, Sergeant-Major, en Simon van Harsolte, Ritmeester, geleidende het Paard met de Wapenen van Chalons
- De Heer Reynier van Raadsveldt, Kapitein, draagende de Banderolle van Cbalons
- De Heer Balthazar van Cuyck van Meteren, Heere van Meteren, en de Ridder Jan van Berghem, Gecommitteerde van zyne Hoogheid in de Rekenkamer van Zeeland, geleidende 't Paard met de Wapenen van Diets
- De Heer Frederik van Rheede, Heere van Renswoude, draagende de Banderolle van Diets
- De Heeren Diederick Beens èn Bernhard van Oostrum, Heere van Broukhuizen, Ritmeesters, geleidende het Paard met de Wapens van Vianden
- De Heer François van Aerssen van Spyck, draagende de Banderolle van Vianden
- De Heeren Louis de Maude, genaamd Mansart, en Jan van Dorp, Commandant te Bommel, Sergeants-Major, geleidende het Paard met de Wapenen van Catzenellebogen
- De Heer Alexanderds Zoete, Heere van Villers, draagende de Banderolle van Catzenellebogen
- De Heeren Johan van Oostrum, Heer van Moesbergen, Ritmeester, en Wilhem van Levin, Heer van Famars, Sergeant-Major van de Gardes, geleidende het Paard met de Wapens van Nassauw
- De Heer Wilhem van Lier, Heer van Oosterwyk, draagende de Banderolle van Nassauw
- De Heeren Court van der Reck en Maximiliaan de Hertaln, Heer van Marquette, Ritmeesters, geleidende 't Paard en de Wapens van Orange
- De Heer Pieter van Wassenaar, Heere van Sterrenburg, Kapitein, draagende de Banderolle van Orange
- De Heer Johan van Luchtenburg, Commissaris van de Monstering, als Wapenkoning, met de Wapenen van zyne Hoogheid, gaande bloots noofds met een staf in de hand
- De Heer Cornelis van Varick, Heere van Wyenroy, draagende het Veldwimpel met de Wapenen, zynde op Damast geschilderd en verguld, naar vereisch, met de volle Wapenen van zyne Hoogheid, en rondsom bezet met een Franje van rood, wit, blaauw, geel en zwart, zynde de Koleuren, die in de Wapenen komen; de Lancie was blaauw en versierd met de gouden Cyfernaamen van zyn Hoogheid
- De Heer Carel van Wyngaarden, Heere van Benthuizen en Zegwaard, draagende den Guidon van Wapenen, zynde grooter dan het voorsz. Veldwimpel of Pennon, en voor 't overige even eens saamgesteld en geschilderd als het zelve
- De Heeren Sittich van Berlephs en Anthoni des Champs, Stalmeesters, geleidende het Paard van Bataìlle, zynde voor 't hoofd, aan den hals, voor de borst en over 't achterlyf, tot halver wege van den grond, gedekt met wit Damast, verguld en beschilderd met de Vorstelyke Wapens van zyne Hoogheid, die men op zeven onderscheiden plaatsen zag, te weeten op ieder dye, aan wederzyden van den hals en vlak voor 't hoofd. De Dekkleeden waren rondom bezet met Franjes van rood, wit, blaauw, geel, zwart en goud, de Zadel en Chabrak waren van blaauw fluweel, bezet met gouden Passementen, waar onder zilveren Stygbeugels hingen, en op het hoofd en achterlyf hadt het Paard een fraaijen Pluim, vyf hoog, van Orange, witte en blaauwe Vederen, eindigende ieder in drie kleinere Pluimen
- Jongheer Wigbold van Broerma, Edelman van de Bedkamer van zyn Hoogheid, draagende den Grooten Standaard met de volle Wapenen, verguld en geconditioneerd gelyk het Pennon en den Guidon van Wapenen
- De Heeren Gerrit van Poelgeest, Heer van Poelgeest, en Adriaan van Mathenesse, geleidende het Paard van Eere, zynde tot op de voeten behangen met een wit Damast Dekkleed, gekoleurd en verguld op ieder dye met de Wapens van zyn Hoogheid; ook was de hals met dergelyk Damast bekleed, en aan wederzyden zag men mede dezelve Wapens, zynde de Kleeden rondsom bezet met Franjes van rood, wit, blaauw, geel, zwart en goud; en voor het hoofd hadt het Paard een fraai gewerkt Schild, midden op 't welk men zag 't Wapenschild van den Prins, met de Vorstelyke Kroon gedekt. De Zadel en Chabrak waren van blaauw fluweel, bezet met gouden Passementen en Franjes, en de Stygbeugels van zilver. Op het hoofd was een zeer zwaare Pluim, vyf hoog, van Orange, witte en blaauwe Vederen, eindigende in elf mindere Pluimen, en op't achterlyf stondt een soortgelyke Pluim, maar vier hoog en die in vier kleinder Pluimen eindigde
- De Heer Willem van Matthenesse, Heere van Rascourt, draagende de Groote Baniere, zynde verguld en geconditioneerd als het Pennon, den Guidon en den Grooten Standaard
- De Heer Willem van Wassenaar, Heere van Veurn, draagende het Eerste Kwartier van 't Vorstelyk Wapen, naamelyk Laval, zynde een staande rood Kruis, bezet met vyf St. Jacobsfchulpen op een goud Veld, in ieder hoek bezet met vier groene Leliën
- De Heer Arend Adam van Wassenaar, Heer van den Bosch, Heemraad van Rhynland, draagende het Tweede Kwartier, te weeten dat van Stolberg, zynde een gekwartierd schild, voerende in den eersten en vierden hoek een zwarten Leeuw op een goud Veld, en in den tweeden en derden twee staande roode Visschen op een zilver Veld
- De Heer Nicolaas van der Duyn, Heere van Ryswyk, Heemraad van Delftland, droeg het Derde Kwartier, te weeten Coligny, zynde een zilveren enkele gekroonde Arend, met uitgespreide Vleugels, op een rood Veld
- De Heer Albert van Wassenaar, Heer van Alkemade, Heemraad van Delftland, droeg het Vierde Kwartier, naamelyk dat van Nassauw en Orange, zynde een gekwartierd schild, voerende in den eersten hoek een gouden klimmenden Leeuw, en verscheiden gouden langwerpige staande Ruiten of Tigchelscherven op een blaauw Veld; in den tweeden een rooden gekroonden en klimmenden Leeuw op een goud Veld; in den derden twee gouden geluipaarde Leeuwen boven elkander op een rood Veld, En in den vierden hoek een zilveren leggende Balk, mede op een rood Veld. Midden op het Schild was een Surtout, insgelyks gekwartierd, en voerende in den eersten en vierden hoek een schuinsleggende gouden Baar, of Balk, op een rood Veld; in den tweeden en derden een blaauwen Posthoorn met roode Banden op een goud Veld, en in het midden nog een Surtout, bestaande in vyf zilveren en vier blaauwe Ruiten, in een sluitende. Ieder der vier bovengemelde kwartieren was met een Vorstelyke Kroon gedekt
- De Heer Albert van Raaphorst, Heere van Raaphorst, draagende op een zwarten stok, versierd met vergulde Cyfers , den Helm van Parure of Sieraad, zynde een open Helm, fraai verguld en gecizeleerd, gedekt met een Vorstelyke Kroon, en omringd met sierlyk Loofwerk, 't welk van buiten goud en van binnen blaauw was
- De Ridder Philip van Dorp, Heere van Dorp, Gecommitteerde Raad ter Admiraliteit, dragende op een soortgelyken stok het Volle Wapenschild, waar op het geheele Wapen gesneeden en na vereisch gekoleurd en verguld was, zynde wyders ook gedekt met een Vorstelyke Kroon, en omringd met het teken van de Ridderorde van den Kousenband, waarop men het gewoon Devies las : Hony soit, qui mal y pense. hen wedervaare kwaad, die kwaad daar van denkt
- De Heer George Gleser, Kolonel van de Gardes; hy droeg 't Rapier van Wapenen, in een zwart fluweelen schede
- De Heer Frederik van Nassauw, Heer van Zuilenstein, Commandant in het Sticht van Utrecht, droeg, op een zwarten stok met vergulde Cyfers, den Wapenrok, zynde op de borst en op elken schouder geborduurd de Wapenen van zyn Hoogheid, alles rondsom bezet met franje van rood, blaauw, geel, zwart en goud
- De Baron Henrik Albert van Slavata, Sergeant Major van de Cavallery, en de Graaf Herman Frederik van den Bergh, Kolonel van de Cavallery, geleidende het Rouwpaard, dat, den mond en oogen alleen uitgezonderd, geheel bekleed was met zwart fluweel, hangende het ruim geplooide kleed tot op de aarde
- De Graaf Otto van Limburg, Heere van Styrum Ritmeester en Gouverneur van Grol, die mede het teken van de Ridderorde van den Kousseband was draagende
- De Graaf Juriaan Ernst van Limburg, Heer van Styrum, Sergeant - Major van de Cavallery, droeg het ontbloote Zwaard van Souvereiniteit
- De Wild- en Rhyngrave Frederik Magnus, Commissaris Gen. van de Gavallery, Gouverneur van Sluis, droeg de Vorstelyke Kroon op een zwart fluweel kussen
- Hier op volgden, als Hofmeesters, de Heeren Henrik Haga en Maurits van Sydenburg met hunne Staven, die een weinig langer dan een Rotting waren
- De Heer Arent van Dorp, Heere van Arentsdorp,, Opperhofmeester en Raad van zyne Hoogheid; met een veel langer Staf
- De Heer Willm van Persyn, Commissaris van de Monstering, als Wapenkoning, bekleed met de Wapenen van zyne Hoogheid, en houdende zyn Staf in de hand
- Nu volgden 's Prinsen Lyk, leggende in een Lykkoets met vier Raderen, op een Lykbaare, welkers vier lange voeten even van den grond afkwamen, en de Koets was zoodanig gemaakt, dat, toen 't Lyk voor de Kerk gekomen was, zy van onder de Baare weggetrokken konde worden, die dus op zyn vier pooten bleef staan. Deeze Koets of Wagen was overdekt met eenen hoogen kap, over den welken heenen hing tot op de aarde toe een zwart fluweel kleed, dat versierd en geborduurd was met acht volle Wapenfchilden van zyn Hoogheid, ieder gedekt met een Vorstelyke Kroone, en omringd met het teken van de Ridderorde van dsn Kousseband. De acht Paarden, die voor deezen Lykwagen ingespannen waren, en elk geleid werden door een Major van de Cavallery, waren ieder tot op de voeten toe behangen met een zwart fluweel kleed. Veertien Lt. Kolonels hielden boven den Wagen, op lange zwarte stokken, een plat vierkant verhemelte, van binnen en van buiten bekleed met zwart fluweel, het welk rondom ter lengte van ruim een halve Elle afhing. Ter wederzyden van het Lyk gingen achttien Kolonels, die het Lyk van de Wagen in de Kerk droegen, en de vier hoeken van het Lykkleed wierden opgehouden door Joan Maurits, Graave van Nassauw, Lt. Gen. van de Cavallery en Gouverneur van Wezel; Hans Albrecht, Graave van Solms, Gen. Veldtuigmeester en Gouverneur van Maastricht; Willem Frederik, Graave van Nassouw, Gouverneur van Friesland, en Jonkheer Hans Wolphert, Heer van Brederode. Souverein van Vyanden, en Veldmaarschalk. Voorts gingen aan beide zyden van het Lyk buiten om, de vierentwintig Helbardiers van den overleeden Vorst, met blooten hoofde en sleepende Helbaarden
- Thans volgden op deezen trein Prins Willem de II, eenigste Zoon en Opvolger van wylen zyne Hoogheid, hebbende ter rechterhand Don Guilleaume, en ter linkerhand Don Emmanuel, Prinsen van Portugal
- De Heer David van Morlot, Heere van Bavoye en President van den Krygsraad, ophoudende den sleep van zyn Hoogheids Rouwmantel
- Zyne Keurvorstel. Doorluchtigheid Willem Frederik van Brandenburg, aan wiens rechterhand ging Boguslaw von Radzivil, Hertog van Bierze en Dubinsky, en aan de linkerhand de Vorst Cbristiaan van Anhalt
- De Heer Ehrentryck van Burchstorff, Opper-Stalmeester van den Keurvorst, ophoudende den sleep van deszelfs Rouwmantel
- Don Ferdinand Alexander, Prins van Portugal
- Zyne Doorluchtigheid Maurits, Paltzgraave aan den Rhyn
- De Prins van Talmont, Henry Charles de la Tremouille
- Graaf Fritz van Nassauw, Kolonel van de Cavallery
- Graaf Hendrik van Nassauw, Kolonel en Gouverneur van Hulst
- Graaf Maurits van Solms, Kapitein
- Graaf Frederik van Dobna, Kolonel
- Graaf Christiaan Albert van Dobna, Kolonel van de Cavallery
- Graaf Christoffel van Dobna, Kapitein
- Graaf George Fritz van Waldek, Sergeant-Major
- De Heer Abel de Servien, Graaf de la Roche enz., Extraordinaris Ambassadeur des Konings van Frankryk,en de Heer Francisco de Souza Cotinho, Ambassadeur van den Koning van Portugal
- Hun Hoog Mog. de Heeren Algemeene Staaten, twee aan twee
- De Ed. Mog. Heeren Raad van Staaten, insgelyks twee aan twee
- Twee Kamerbewaarders van hun Ed. Gr. Mog. met ongedekten hoofde, en ieder met zynen Staf in de hand
- De Heer Aart Geubel, als Wapenkoning, met de Wapenen van Holland, mede met ongedekten hoofde, en met zijn Staf in de hand
- De Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, twee aan twee
- Twee eerste Deurwaarders van den Hoogen Raade, met ongedekte hoofden en Staven in de handen
- De President en Leden van den Hoogen Raade over Holland, Zeeland, en Friesland
- Twee eerste Deurwaarders van den Hove van Holland met de Staven in de hand
- De President en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland
- Twee Deurwaarders van de Rekenkamer van Holland
- De Rekenmeesters der Graafelykheid van Holland
- De Magistraat van Delft
- Die van 's Gravenhage
- De Predikanten van Delft
- Die van 's Gravenhage.
- En eindelyk vier Compagniën der Delfssche Burgerye, allen in den rouw, en gaande met sleepende Vaandels en Pieken, en 't Geweer verkeerd verdekt onder den linkerarm
(Bron: Staatkundige historie van Holland. Negen- en- Veertigste deel. Amsterdam: Bernardus Mourik (1780) ( books.google.nl) |